De blues en de kroeg
In het begin werd
de blues helemaal niet gepruimd. Soms speelden we voor zalen zonder publiek. Desondanks
speelden we door. Het was de tijd dat The Pretty Things, The
Rolling Stones en John Mayall langzamerhand furore maakten. De
blues raakte daarmee een beetje in de mode, omdat het heel anders
was dan die gladde top 40 muziek. De hond van de buren in
Assen-Oost heette Cuby en via het Engelse woordenboek prikten we
spontaan de b
en op die bladzijde stond blizzard. Zo vunden wie een naom.
Henkie Louwes (nu eigenaar van Cafetaria De Pelikaan in Assen-Oost, HP) richtte in die tijd een fanclub op voor Cuby and the Blizzards en met bussen van Harmanni reisden regelmatig tientallen fans mee naar optredens in Gasselte, Oosterhesselen en Zuidlaren. Ook traden we veel op in Grollo bij Hofsteenge en bij Erkelens in Rolde. Toen speelde je als band nog de hele avond en moest er om de drie nummers een pauze worden ingelast om de kastelein aan zijn trekken te laten komen ("niet te lang speulen jongens anders zoept ze niet").
Jan Erkelens, de vader van
Leendert kwam ooit eens met een stuk krijt naar het podium en
kalkte met grote letters "ZACHTER" op de planken. Dat
stond ons imago als ruige band echter niet toe en we speulden
gewoon deur. Toen we later gingen afrekenen gaf hij ons een grote
fles met allemaal kleingeld, stuuvers en dubbeltjes, guldens en
rijksdaalders, om ons het toch even te laten voelen. Ach, de
blues en de horeca hadden elkaar nodig, zeker omdat we in die
tijd bussen vol fans meenamen.
Colofoon
Tekst: | Harrie Popken |
Fotografie: | Rudy Leukveldt |
(c) 1998